Op avontuur in Adelaide
While in the que for the ferry back to mainland Australia I looked next to me and once again there was someone on a motorcycle to have a chat with. My new neighbor tuned out to be Anton from Sweden, who spent the last two weeks throwing his Suzuki Intruder around Tasmania’s many corners. We had a nice chat while slowly advancing towards the Spirit of Tasmania I, so we decided to hang out together during our 10-hour journey back to Melbourne. Anton and I got along well and he asked me if I had booked accommodation in Melbourne. Because I hadn’t, he invited me to spend the night on his couch so I would be spared the trouble of going back to the run-down caravan park I stayed in before. Anton also invited me to come along to the birthday party of one of his friends and, despite the fact I was pretty tired after waking up at 4:30 to catch the boat and then spending 10 hours bobbing around at sea, I decided to come along and have a beer. It turned out to be an interesting night which made me feel quite old, being ten to twenty years older than the rest of the people at the party. I was also one of the few people who’s perception of reality was only slightly altered due to just tiredness and three beers, the rest of the party goers were in various parts of the stratosphere and/or further reaches of the galaxy after using all sorts of drugs mixed with copious amounts of alcohol. Like I said, it made me feel old but at least it made for entertaining conversation and a few good laughs.
Tijdens mijn verblijf in de lange rij voor de ferry terug naar het vaste land van Australië keek ik naast me en bleek er weer een motorrijder naast me te staan waar ik een praatje mee kon maken. Mijn nieuwe buurman bleek Anton uit Zweden te zijn en ook hij had de afgelopen twee weken op Tasmanië rondgereden op zijn Suzuki Intruder. Terwijl de lange rij langzaam richting de Spirit Of Tasmania I kroop wisselden we verhalen uit en besloten de 10 uur durende overtocht in elkaars gezelschap door te brengen. Tijdens de oversteek vroeg Anton of ik accommodatie geboekt had in Melbourne en omdat dat niet het geval was nodigde hij me uit om op zijn bank te slapen zodat ik niet terug naar de nogal rauwe camping hoefde te gaan waar ik eerder de nacht door gebracht had. Hij vroeg ook of ik zin had mee te gaan naar het verjaardagsfeestje van een vriend van hem en ondanks dat ik behoorlijk moe was omdat ik om 4:30 opgestaan was om op tijd bij te boot te zijn en daarna 10 uur op zee rondgedobberd had besloot ik mee te gaan en een biertje mee te drinken. Tijdens deze nogal interessante avond begon ik me nogal oud te voelen omdat ik tien tot twintig jaar ouder was dan de rest van de aanwezigen. Ik bleek ook een van de weinige aanwezigen wiens kijk op de wereld alleen beïnvloed werd door vermoeidheid en drie biertjes, de rest van de feestgangers bleek mentaal vooral ergens bovenin de atmosfeer of in de verder gelegen delen van het universum na inname van allerlei soorten drugs gemixt met een rijkelijke hoeveelheid alcohol. Zoals gezegd voelde ik me hierdoor nogal oud, maar het zorgde wel voor de nodige komische gesprekken en grappige situaties, dat dan weer wel.

Fill her up please! What’s that, it’s a letterbox?
Volgooien graag! Wat zeg je, het is een brievenbus?
Despite the fact that a city like Melbourne can be fun to spend some time in in decided to make tracks towards the bush, since that’s where the party is at, as far as I’m concerned. I’d much rather spend my time being surrounded by nature instead of concrete, glass and traffic and luckily for me, Australia has plenty of nature to spend some time in.
For the foreseeable future I’d be mostly riding west, the little arrow on my GPS indicating north pointing mostly to the right, the afternoons spent squinting against the light of the slowly setting sun. On my way west I camped another night in the Grampians national park, it felt good being back in this beautiful park, riding some twisting sealed roads up hill, stopping at a lookout for one last look at the scenery and kicking up some dust on the gravel roads, while keeping an eye out for a spot where I could spend the night.
From there the road took me to mount Arapiles, another one of those big lonely rocks in the middle of the otherwise flat landscape Australia seems to specialize in. Arapiles is famous around the world amongst rock climbers, it’s walls presenting climbers with a great number of climbable routes. The view from the top is quite good too so I decided not to camp on the crowded campground at its base but on top of the mountain in a picnic area. The next morning I thought I was in trouble when a ranger appeared, fearing I might get fined for camping practically next to a no-camping sign, but we spent fifteen minutes talking about motorcycles instead. Too easy mate!
Ondanks dat je in een stad als Melbourne het nodige kunt beleven besloot ik de bush weer op te zoeken omdat daar wat mij betreft de echte lol te beleven is. Ik heb liever natuur om me heen dan beton, glas en verkeer en gelukkig heeft Australië een haast eindeloze voorraad natuur om lekker in te kunnen buitenspelen.
De komende tijd zou ik meestal naar het westen rijden, het pijltje op mijn GPS dat het noorden aangeeft voornamelijk naar rechts wijzend terwijl ik na mijn lunchstops de nodige tijd met samengeknepen ogen tegen de langzaam zakkende zon in zou kijken.
Mijn westelijke koers bracht me weer naar het Grampians nationaal park waar ik blij was weer even terug te zijn in dit prachtige park. Ik reed over de slingerende asfaltwegen bergop en stopte bij een van de uitkijkpunten om daar nog even van het uitzicht te genieten. Daarna was het tijd om wat stof te happen op de gravelwegen om op zoek te gaan naar een rustig plekje om mijn tentje op te zetten.
De volgende dag kwam ik uit op mount Arapiles (uitgesproken als Arippelies in het Australisch), een van die grote eenzame rotsen die in de verder lege vlakte liggen, wat een Australische specialiteit lijkt te zijn. Arapiles is wereldberoemd onder bergbeklimmers omdat zijn flanken een grote hoeveelheid routes hebben waar je jezelf aan je nagels de berg op kunt hijsen. Het uitzicht vanaf de top is ook niet slecht dus besloot ik niet op de drukke camping onderaan maar op een picknick plek bovenop de berg mijn tent op te zetten voor de nacht. Toen er de volgende ochtend een ranger verscheen was ik bang een bekeuring te krijgen omdat ik zo’n beetje naast een ‘verboden te kamperen’ bordje gekampeerd had, maar in plaats daarvan hebben we een kwartiertje over motoren staan kletsen. Too easy mate!

Mount Arapiles, niet vreemd dat die populair is onder bergbeklimmers

Uitzicht vanaf de de berg op het droge, stoffige landschap eronder

Ondanks het zoutmeer in de verte is het daar beneden veel te droog en dat duurt al veel te lang
The day after I got to spend in a new state: South Australia.
From a motorcyclist’s perspective some of the fun ended there: no more twisties. The hills of the Great Dividing Range end in that area and from now it would be flat, open landscape for most of the time to come. Straight roads too.
De volgende dag zou ik in een nieuwe staat doorbrengen: South Australia.
Vanuit motorrijders perspectief was een deel van de lol daarmee afgelopen: geen slingerwegen meer. De uitlopers van de Great Dividing Range eindigen in die buurt en van nu af aan stond er voornamelijk vlak, open landschap op het menu. En veel rechte wegen.

Een nieuwe dag, een nieuwe staat

Had ik al gezegd dat er lange, rechte wegen zouden zijn?
Although the riding was a bit less engaging, I still had fun because there is always plenty to see. Changing vegetation, road trains blasting past, dodging suicidal marsupials and having a chat with the locals while filling up the tank or the stomach.
And of course, there is the Australian hobby of making large models of the local crop or specialty or whatever they can think of. When you get to Kingston, south of Adelaide don’t be surprised to find a whopping big lobster on the side of the road with its claws raised, seemingly ready to tear the roof of a bus full of tourists and eat its occupants.
Hoewel het motorrijden wat minder uitdagend was had ik nog volop lol want er is altijd wel wat te zien. De begroeiing veranderd regelmatig, er komen road trains voorbijgeraasd, de lokale suïcidale buideldieren moeten ontweken worden en ik vermaak me altijd prima als ik een praatje kan maken met de lokale bevolking terwijl ik de tank of mijn maag aan het volgooien ben. En dan is er natuurlijk nog de geweldige Australische hobby om van het lokale gewas, de plaatselijke specialiteit of wat ze verder nog kunnen verzinnen een enorm standbeeld te maken. Als je door Kingston ten zuiden van Adelaide rijdt, wees dan niet verbaasd als je een enorme kreeft langs de weg ziet staan die met zijn klauwen omhoog klaar lijkt te staan om het dak van een bus vol toeristen af te scheuren om de inzittenden op te kunnen eten. Rare jongens, die Australiërs!

Eten kreeften motoren?

Niet verrassend dat het ding de Grote Kreeft heet
And sometimes the thing you look at is also what you’re inhaling as you ride along, as was the case when I was making my way towards Adelaide. At first I thought the sky was a bit hazy because of distant bush fires, some time later I came to the conclusion that could not be right. It turned out to be a dust storm, and quite a good one too. The sky turned red and the air I was breathing started to develop a bit of a crunchy quality, so I wrapped two “Buff” scarfs around my face to have a bit of a filter. It was the middle of the day but the sun had a hard time getting through all the red dust, making me wonder how much of Australia was currently suspended in mid-air.
En soms is hetgeen waar je naar kijkt ook wat je inademt, zoals dat het geval was toen ik richting Adelaide reed. In eerste instantie dacht ik dat de lucht nogal troebel was door bosbranden in de verte maar niet veel later kwam ik tot de conclusie dat er iets anders aan de hand was. Het bleek een zandstorm te zijn en niet zo’n kleintje ook. Terwijl de lucht steeds roder werd begon die ook een beetje een knarsend bijsmaakje te krijgen dus wikkelde ik twee van mijn “Buff” sjaaltjes om mijn gezicht zodat de lucht die ik inademde een beetje gefilterd werd. Het was midden op de dag maar de zon kwam amper door het rode stof heen en ik vroeg me af hoeveel Australië er op dat moment om mij heen in de lucht hing.

Stukje op het strand rijden, geen probleem in South Australia

Het werd een beetje stoffig

Vreemd licht waardoor de wereld er heel anders uit ziet

Mad Max en zijn bandieten kunnen elk moment voorbij komen
Despite the fact that both the bike’s air filter and my nostrils were filling up with dust quickly I made good progress towards Adelaide where I was going to visit Daryl, one of the many nice people I had got to know on the Horizons Unlimited meeting back in November at the beginning of my trip. Daryl had given me his phone number, telling me I should come and see him when I would be in the neighborhood. When I arrived I met Daryl’s wife and children and we sat down in his mancave in the backyard, featuring a bar, lots of signs and posters of vintage motorcycles and all sorts of cool pictures. Also present were some beers and I got introduced to something called Stone’s Green Ginger Wine. I love ginger beer (has to be Bundaberg, from the east coast), and it turned out that ginger wine, though quite sweet, was nice too, especially on ice. While Daryl and I were sinking a few drinks, we had a good time catching up and swapping stories about, of course, bikes, riding, travel and the people we had met on the HU meeting.
After a good night’s sleep in a comfortable bed we were to set out on a little trip that, when we were at the HU meeting, Daryl had promised me we would be going on. He owns a bit of land looking out on the Murray river, where some fun was to be had.
But first we would go on a little tour of Adelaide, to see the local sights. I always like being shown around a town by locals, getting a feel for the place and being told about its history and why that very big, ugly building was built over there right next to the pretty little church.
Like most capital cities in Australia, South Australia’s capital Adelaide is found on the coast. (The exemption being Canberra, being located inland right in the middle between Sydney and Melbourne to prevent heated arguments about which of these two cities had to become the nations capital. Never a good idea in a climate like this, heated arguments, better to build a brand-new capital city in the middle of nowhere) Adelaide’s foreshore turned out to be nice with some pretty beaches, great views and friendly looking shopping streets with café’s, smaller local stores and a marina. One aspect I really like about Adelaide was that in some areas you ride around on the ridge of a hill, surrounded by what looks like bush land, zipping up and down little hills and negotiating some real nice bends in the road (basically the dream of any Dutch motorcyclist). But when you zoom out on the map on the GPS you see you are in the middle of a suburb, with streets and houses all around. Because the trees around the road and between the houses have been left alone it feels like you’re out in the bush, while you are really in the outer sprawls of a big city. Another thing that caught my eye was that Adelaide seems to be the only place in Australia where people seem to understand the intricate workings of roundabouts. All over Australia people drive their car up to a roundabout, stop, notice a car on the other side of the roundabout just leaving Darwin (when in Darwin, the car is just leaving Perth), wait for that car, because it might just come their way. Usually the car takes another exit so the waiting is in vain, but do not despair, there is always another car on the horizon you can spend a few minutes waiting for. Honestly, Aussies will wait when there is enough time to throw a road train round a roundabout. Not so much in Adelaide, they just get on with it. Might be the twisty roads on the hills there that turns them into a bit more spirited drivers.
Another good thing about hills: they provide us with vantage points from where you can overlook things, such as the city of Adelaide. Daryl took me to one of these, where I finally, finally, after spending by now a grand total of two and a half years in Australia, I spotted a pair of koalas in a tree. Up until then I had the feeling the mystical koala was made up to draw tourists, having seen quite a large part of the country, spending a lot of time looking for wildlife and somehow the little bastards had always managed to avoid me. I finally got to see two of them. A bunch of people were under the tree, taking pictures and commenting on their cuteness. Daryl walked by and said: “Those two? They’ve been there for years, they’re made out of plastic.” That got a few laughs and we spent some time talking to people under the tree and having a look at the city in the distance, Daryl pointing out the local landmarks. I’ve never seen a koala since.
Ondanks dat zowel mijn luchtfilter als mijn neusgaten zich aardig met stof begonnen te vullen kwam ik in rap tempo dichter bij Adelaide waar ik op bezoek zou gaan bij Daryl, een van de vele aardige motorreis liefhebbers die ik op de Horizons Unlimited meeting in november aan het begin van mijn reis had leren kennen. Daryl had me daar zijn telefoonnummer gegeven en gezegd dat ik hem op moest komen zoeken als ik de buurt zou zijn. Bij aankomt maakte ik kennis met zijn vrouw en kinderen waarna we plaatsnamen in de ‘man cave’ in de achtertuin, voorzien van bar, borden en posters met klassieke motoren erop en allerlei leuke foto’s. Ook aanwezig waren de nodige biertjes en ik maakte kennis met iets dat Stone’s Green Ginger Wine heette. Ik ben nogal een liefhebber van de frisdrank gemberbier (moet wel van het merk Bundaberg zijn, van de oostkust) en het bleek dat gemberwijn, hoewel behoorlijk zoet, ook goed te doen is, zeker met een klont ijs. Onder het genot van de nodige drankjes vermaakten we ons met klets over, uiteraard, motoren, reizen en de mensen die we ontmoet hadden op de HU meeting.
Na een goede nachtrust in een comfortabel bed gingen we een rondje rijden naar een bestemming waar Daryl me op de meeting al over verteld had. Hij heeft een stuk land aan de rivier Murray waar het goed toeven zou moeten zijn.
Maar eerst gingen we een rondje Adelaide doen zodat ik een indruk van de stad zou kunnen krijgen. Ik vind het altijd leuk om door een bewoner wegwijs gemaakt te worden in een stad, met tekst en uitleg over de geschiedenis en waarom dat ene lelijke gebouw daar nou net naast dat schattige kerkje gebouwd moest worden.
Zoals de meeste van de hoofdsteden in Australië is Adelaide te vinden aan de kust. (De uitzondering hierop is Canberra, dat gesticht is midden tussen Sydney en Melbourne in om verhitte discussies over welke van deze twee steden de hoofdstad van het land moest worden te voorkomen. Is voor niemand leuk, verhitte discussies in een dergelijk klimaat, kun je maar beter midden in de bush een gloed nieuwe hoofdstad bouwen)
De aan zee gelegen buitwenwijken van Adelaide bleken een fijne sfeer te hebben met uitzicht op mooie stranden, aardig uitziende winkelstraatjes met cafés en lokale winkeltjes en een jachthaven. Een van de dingen die ik erg leuk vond in Adelaide was dat je in sommige gebieden over een heuvelrug rijdt, omgeven door wat bush lijkt te zijn terwijl je heuveltjes op en af rijdt en je motor rond vermakelijke bochten stuurt (kortom, de droom van elke Nederlandse motorijder). Maar als je op de kaart van je GPS uitzoomt blijkt dat je midden in een woonwijk bent met overal straten en huizen om je heen. Omdat er overal bomen en struiken langs de weg en tussen de huizen staan krijg je het idee in de bush te zijn terwijl je midden in de buitenwijken van een grote stad bent.
Iets anders dat me opviel was dat de bewoners van Adelaide tot een in Australië zeldzame soort behoren: ze blijken te begrijpen hoe zo’n verdraaide rotonde werkt! In heel Australië komen mensen bij een rotonde aan en gaan daar stil staan omdat er aan de andere kant van de rotonde een auto net vanuit Darwin vertrekt (indien in Darwin: de auto vertrekt zojuist vanuit Perth), ze gaan dan op die auto staan wachten omdat die, je weet maar nooit, zomaar hun kant op zou kunnen komen. Meestal verlaat de auto in kwestie de rotonde een afslag eerder maar niet getreurd, er is altijd wel een andere auto in de verte waar je een paar minuten op kan wachten. Serieus, Australiërs staan bij rotondes met liefde naar een opening in het verkeer te gapen waar je met gemak een road train doorheen zou kunnen jassen. Maar niet in Adelaide, daar geven ze gewoon gas. Komt misschien door die leuke kronkelweggetjes waardoor ze er een wat levendigere rijstijl op na houden.
Een andere aardige bijkomstigheid van heuvels is dat als je er bovenop staat je op een mooi uitzicht getrakteerd wordt. Daryl nam me mee naar een heuvel vanaf waar we uitzicht hadden op de binnenstad van Adelaide en het nodige er omheen. Op die heuvel kreeg ik eindelijk, eindelijk, een stel koala’s te zien. Ik had op dat moment bij elkaar opgeteld twee en een half jaar in Australië doorgebracht en een aardig deel van die tijd had ik doorgebracht in de bush waar ik altijd uitkijk naar beestjes, maar tot dan toe hadden ze zich met succes voor me verborgen gehouden. Ik had hierdoor de indruk gekregen dat de mythologische koala misschien wel een verzinsel was van de Aussies om toeristen te lokken maar uiteindelijk bleken de beestjes toch te bestaan. Onder de boom waar de pluizebeestjes in zaten stonden wat mensen foto’s van ze te nemen en opmerking te maken over hoe schattig ze wel niet waren. Daryl ging ernaast staan en zei: “Die twee? Die zitten er al jaren, die zijn van plastic.” Dat was aanleiding voor een praatje met de mensen onder de boom waarna we vanaf het uitkijkpunt de stad bekeken. Sindsdien geen koala meer gezien.

Daar is ze dan, mijn eerste koala. Het kleintje zit verstopt achter mamma

In de verte: Adelaide. Daarachter de zee
Back on the bikes we set off on Daryl’s favorite route to his block of land, enjoying the variety of bush and farmland while I was wringing my bike’s neck to keep up with the longer legs of Daryl’s BMW GS 1100. Turning off a main road we rode gravel for a while to end up at the gate of “The Block”, as Daryl calls it. By now I was very curious what it was going to be like, Daryl had told me he had bought the property as an early retirement plan/hobby. He has been collecting old caravans, aiming to put about a dozen or so of the more charming 1960’s and ‘70’s models on his land, built some shacks with a kitchen, a loungeroom, bathroom shack, a fire pit and a whole array of different barbecues, smokers and other cook-by-fire contraptions. The plan is to get international university students over there for an authentic Australian bush experience. They can sleep in the caravans, wander around in the bush, go swimming in or kayaking on the river and sit around the campfire at night. To me this seemed like a great idea. Daryl promised me a tour of the surrounding but first things first: lunch. We cooked up some massive hamburgers with hash browns on the barbie, flushed them down with a beer and had some good chats. After that we jumped on a quad bike and rode down to the river, having a look at the holiday houses there, the surrounding vineyards and on the way back noticed some people sitting around a campfire in their back yard, having a drink. We stopped to say g’day and promptly got invited to join them around the campfire and empty out some cans of beer. This is one of my favorite things about Australians: it doesn’t matter how or where you meet them, they are always willing to have a chat and will often invite you to come over to their house/caravan/campfire for a chat and some drinks and snacks. Because I like talking to people and consider drinking and eating a great way to spend my time, I never get bored of this and thus have a great time in this amazing country. After some good laughs and “Ok, one more beer, then we really need to head back” we got back on the quad bike and went to Daryl’s block. Or at least, in the general direction of it, because by now it was pitch dark, the quad’s headlight wasn’t impressive when it came to light output and because Daryl had sunk a few beers he was a bit tipsy, making it hard to see what’s what in the bush. It soon started to be a bit of a slapstick performance with Daryl turning the bike around, going up and down the road, trying to find his gate while I was dividing my attention between holding on so I wouldn’t fall off and wiping the tears of laughter out of my eyes.
After finally finding the rather large block of land containing the collection of caravans and shacks, we had one more ginger wine, talked for a while and went to bed without having had dinner since we were still full from the massive burgers we had for lunch.
Because we skipped dinner that night we had a nice but unconventional breakfast the next morning: a 400 gram steak each with fried eggs, hash browns and onions from the barbie. That gave us plenty of energy to do some work, we set out arranging shipping pallets so that they formed decks around the caravans, getting the place a small step closer to being the bush retreat Daryl has in mind.
I was already liking the place but when it is finished it must be great with all the paths made in the bush, the cozy old caravans and the rustic shacks on a hill overlooking the Murray river and the opposing cliff wall that is it’s bank, reflecting the changing colors of the sunset at the end of the day. And all that for the cost of a second hand Audi, Daryl told me. Not bad mate!
Weer op de motor ging het richting Daryl’s stukje land via zijn favoriete route waarop bush en boerenland elkaar afwisselden en ik mijn motor aardig op z’n donder moest geven om Daryl op zijn snellere BMW GS 1100 bij te houden. Nadat we de doorgaande weg voor een gravelweg verruild hadden kwamen we na een tijdje aan bij de poort van “The Block”, zoals Daryl zijn buitenverblijf noemt. Inmiddels was ik behoorlijk nieuwsgierig geworden naar wat het nu zou inhouden, Daryl had me verteld dat hij het stuk grond gekocht had als een vroegpensioen project/hobby. Hij heeft daar een verzameling van een stuk of tien oude caravans, van de wat leukere jaren ’60 en ’70 variant, heeft wat keten gebouwd waarin een keuken, zitkamer en een badkamer te vinden zijn, plus een kampvuurkuil en een serie barbecues, rokers en andere koken-met-vlammen-apparaten. Het idee is om daar internationale universiteitsstudenten naartoe te halen die dan in de caravans kunnen slapen, op avontuur in de bush kunnen gaan, zwemmen in en kajakken op de rivier en ’s avonds gezellig rond het kampvuur kunnen zitten en zo een authentieke Australische bushervaring op kunnen doen. Mij leek het een geweldig plan.
Daryl beloofde me een rondleiding van de omgeving te geven maar eerst was het tijd voor een goeie lunch. We maakten een paar enorme hamburgers plus hash browns (soort rösti-hamburger voor de niet ingewijden) klaar op de barbecue en spoelden die weg met een biertje terwijl we een goed gesprek hadden. Toen dat achter de rug was ging het per quad naar de rivier waar we naar de vakantiehuisjes aan de oever en de omliggende wijngaarden keken en op de terugweg kwamen we langs wat mensen die in hun tuin rond een kampvuur wat zaten te drinken. We stopten even om g’day te zeggen en een praatje te maken en werden prompt uitgenodigd om een biertje te komen drinken. Dat is een van de dingen die ik zo leuk vind aan de Australiërs, het maakt niet uit hoe of waar je ze tegenkomt, ze zijn altijd wel in voor een praatje en met enige regelmaat word je uitgenodigd om mee te gaan naar hun huis/caravan/kampvuur om daar onder het genot van een hapje en een drankje wat te kletsen. Nou vind ik het altijd leuk om wat te kletsen met mensen en voor eten en drinken ben ik ook altijd wel te porren dus ik vermaak me hier prima in dit geweldige land. Na een hoop gezelligheid en een paar keer “Ok, nog eentje dan, dan moeten we echt terug” klommen we weer op de quad en gingen we weer naar Daryl’s landgoed. Of, in ieder geval bij benadering richting zijn buitenverblijf, want het was inmiddels volledig donker, de koplamp van de quad blonk niet echt uit qua lichtopbrengst en Daryl was ondertussen een beetje aangeschoten waardoor het niet mee bleek te vallen om uit te vogelen waar we nou precies waren in de bush. Het werd al snel een soort van slapstick performance waarbij Daryl regelmatig omdraaide en weer een tijdje de weg afspeurde naar aanknopingspunten op zoek naar zijn poort terwijl ik achterop de quad mijn aandacht moest verdelen tussen mezelf vasthouden zodat ik er niet vanaf zou vallen en de tranen van het lachen uit mijn ogen wrijven.
Nadat we het nogal groot uitgevallen stuk land met de verzameling caravans en keten teruggevonden hadden dronken we nog een laatste gemberwijntje en praatten nog wat totdat we besloten zonder avondeten naar bed te gaan omdat we nog vol zaten van de enorme hamburgers die als lunch hadden gegeten.
Daardoor hadden we de volgende ochtend wat ongebruikelijk ontbijt op het menu staan: 400 gram steak per persoon met gebakken eieren, hash browns en uien van de barbecue. Daarna hadden we genoeg energie om wat te klussen, we gingen aan de gang met wat pallets om daar vlonders rond de caravans van te maken zodat het geheel weer een stapje dichter bij het resultaat dat Daryl voor ogen heeft kwam. Ik vond het er helemaal top maar als het af is moet het er erg mooi zijn met alle paadjes door de bush, de gezellige oude caravans en de rustieke keten op de heuvel met uitzicht op de Murray rivier en de kliffen die de oever vormen, die tijdens de zonsondergang prachtig van kleur veranderen. En dat alles voor de prijs van een tweedehands Audi verzekerde Daryl me. Not bad mate!

Mijn onderkomen voor de nacht

De badkamer keet

Tijd voor een gemberwijntje met Daryl

De comfortabele veranda

Goed uitzicht ook!

Van links naar rechts: barbecue, barbecue gemaakt van gasfles, super snelle boomstam brander, rookvat gemaakt van olievat, rookvat gemaakt van stoom ketel, pizza oven gemaakt van gietijzeren badkuip, met deurtjes
We then got on the bikes to head back to Adelaide, but not without a little detour to see some more sights. We went across the Murray river on a barge and promptly hit a read block. Behind it was a vintage car show going on so we got off the bikes and had a look at the cars on display, some of them restored to factory new condition, others heavily customized and fitted with powerful engines. Back on the bikes we rode along the Murray river, stopping to have a look from the high cliff that forms its northern bank in some places and going for a refreshing swim a bit further on. When we got back to Daryl’s place it turned out the beer fridge was too full and immediate action had to be taken to sort out this pressing issue. Once again I had no problem getting to sleep after this very entertaining day and the next morning we spent a bit of time in the garage where I did some minor tinkering on my bike. It’s always nice to be in someone’s garage where all sorts of lubricants, rags and a few fresh cable ties are to be found to make sure the bike is tip top before heading off again.
But that was for the day after, because Daryl had invited me to come along on the walk he likes to go on. He goes for a bit of exercise on a footpath along the cliffs at the coast close by that features a lot of stairs going up and down little gorges and down to the beaches along the way. While keeping up a good pace we had some good conversation and enjoyed to views and the sea breeze.
The next morning the time to say goodbye had come and I would once again set off to look for new adventures, but first I needed to go shopping, fuel up and check my tyre pressure. After filling the bike up I parked it next to the tyre pump. While I stood next to it, I heard a loud cracking noise and suddenly my bike tried to pin to the ground so I decided to jump out of the way, letting the bike crash to the ground. Of course I had just gone to the supermarket so the bike was fully loaded with five days-worth of food, drinking water and a full tank so lifting it was a good little exercise (somehow my bike likes to fall over when I have just filled it up with fresh supplies of everything, must have something to do with gravity). The cause of this sudden downwards motion on the bike’s behalf turned out to be the demise of my side stand. After being subjected to the abuse of holding up the weight of bike plus luggage and sometimes playing kids or me while resting on the bike, the side stand had decided it had seen enough, gave up and snapped in half. So, I went on a mission to find a workshop where it could be repaired, presenting me with the challenge of getting off a fully loaded bike without side stand, leaning it against a wall or something like that while asking around various bike and welding workshops. I got directed towards a guy who specializes in motorcycle exhaust and because he has a welder and all sorts of pipes and tubes was able to do a quick fix and get me out of trouble.
After that I got to ride out of Adelaide in search for more adventures.
Toen werd het weer eens tijd om richting Adelaide te gaan, maar niet zonder rondje door de omgeving om nog wat rond te kijken. Met een pontje gingen we de Murray over en kwamen meteen bij een wegversperring aan. Er bleek een treffen voor klassieke auto’s aan de gang te zijn dus gingen we een kijkje nemen. Sommige van de wagens waren tot in de puntjes in originele staat teruggebracht, anderen waren flink aangepast en voorzien van grote sterke motoren en er was een aardige variatie aan auto’s te bewonderen.
Terug in het zadel volgden we de Murray en stopten om vanaf de hoge rotswanden aan diens oever het uitzicht te bewonderen en gingen een stuk verderop zwemmen om wat af te koelen. Terug aangekomen bij Daryl thuis bleek dat de bierkoelkast overvol zat, dus we verspilden geen tijd om te zorgen dat deze onwenselijke situatie niet voort zou duren. Ik had hierna wederom geen enkel probleem om in slaap te komen en de volgende ochtend brachten we wat tijd door in de garage waar ik wat klein onderhoud deed aan de motor. Het is altijd fijn een pitstop te kunnen maken in iemands garage waar allerlei smeermiddelen, lappen en een vers voorraadje tie wraps voor handen zijn om ervoor te zorgen dat de motor weer klaar is voor de volgende etappe. Maar dat zou voor de volgende dag zijn, Daryl had me uitgenodigd nog een nachtje te blijven zodat we samen een beetje aan de gezondheid zouden kunnen werken na alle geneugten van het weekend. Hij loopt regelmatig over een voetpad dat even verderop langs de kust loopt waar een serie lange trappen kleine kloven in en uit lopen en naar de diverse stranden leiden. We hielden het tempo er goed in en voerden goede gesprekken terwijl we van het uitzicht en de frisse zeebries genoten.
De volgende ochtend was het weer tijd om afscheid te nemen en weer op zoek te gaan naar het volgende avontuur, maar eerst moest er proviand en benzine ingeslagen worden en de bandenspanning gecontroleerd worden. Nadat ik getankt had parkeerde ik de motor naast de bandenpomp en terwijl ik naast de motor stond hoorde ik ineens een hard, kort knakkend geluid en probeerde de motor me tegen de grond te werken. Ik besloot uit de weg te springen en de motor op de grond te laten vallen. Natuurlijk was in net bij de supermarkt geweest, dus met voor vijf dagen eten, drinkwater en een volle tank aan boord was het nog een aardig karwei de motor weer rechtop te krijgen (op de een of andere manier heeft mijn motor er lol in om te donderen als ik net alle voorraden aangevuld heb en hij loeizwaar beladen is, zal wel iets met zwaartekracht te maken hebben vermoed ik)
De oorzaak van de plotselinge behoefte om de grond te knuffelen die mijn motor leek te hebben bleek bij nadere inspectie veroorzaakt te zijn door het overlijden van mijn zijstandaard. Nadat deze nu al geruime tijd blootgesteld was aan het gewicht van alle bagage plus spelende kinderen of mij als ik in een luie bui was en de motor als bankstel gebruikte, had dat er voor gezorgd dat mijn standaard het nu wel zo’n beetje gezien had, het opgaf en finaal in tweeën brak. Daardoor was ik genoodzaakt op expeditie te gaan op zoek naar een werkplaats waar een reparatie uitgevoerd zou kunnen worden. Daarbij moest ik wat improviseren om een volgeladen motor zonder standaard ergens tegen een muur of iets dergelijks aan te zetten zodat die niet weer om zou vallen terwijl ik bij diverse motor- en metaalbewerkingsbedrijven binnenliep om te informeren naar mogelijkheden om de boel gerepareerd te krijgen. Ik werd uiteindelijk naar een motoruitlaat specialist getuurd die een lasapparaat en allerlei buizen en pijpen had. Die had binnen een half uurtje een mooi nieuw zijstandaard voor me gefabriceerd zodat ik Adelaide kon verlaten op zoek naar nieuwe avonturen.

Australische muscle cars

De Europese vertegenwoordiging

Da’s een oudje, 1913!

En de prijs voor beste temperatuur meter gaat naar…

En er waren nog wat mooie oude motoren op de parkeerplaats, hier een BSA

Je kan woonboten huren om de rivier af te zakken

Ik ben geen expert maar volgens mij hoort dat niet

Deze man ligt niet te slapen, hij repareert mijn standaard