4 De lol van het reizen
What was new in the beginning is now starting to be routine: wake up, zip the tent open to see what the weather is like. Get dressed, have breakfast with a cup of tea, followed by a coffee, pack up the sleeping gear and tent, strap it all to the bike. After that it’s time to have a look on the map on my phone or gps to come up with a plan for the day. Put on riding suit, helmet, boots and gloves and ride, enjoy, meet people, see sights, start looking for a place to camp. Pitch tent, cook dinner and fall asleep tired but thankful. It’s a routine but it’s a great one. After the first weeks on the road I start to get into the groove and I like it.
As I make my way south through New South Wales I visit more waterfalls, beaches and little towns. I enjoy putting along coast roads looking at the ocean, ride a bit faster on twisty mountain roads and grin from ear to ear riding gravel roads or a bit more challenging tracks in forestry’s while looking for somewhere to camp. This turns out to be one of my favorite activities, finding a nice place to camp. I have a few requirements for this: I like silence, so not next to a highway. Secluded is good, when it feels a bit like hiding between the trees but a view is welcome. And the ground needs to be somewhat level for my tent. I could of course ask google for the nearest campground and pay $20, have a hot shower and call it a night but where’s the sport in that? So around four or five o’clock I look for a green patch on the map indicating a forestry or national park and the fun begins. Riding dirt roads, looking for smaller tracks heading into denser bush. Sometimes it’s a dead end on rocky ground or it becomes so steep I nearly flip the bike backwards with all the gear on the back. Some nights I find a perfect spot straight away. Sometimes it takes hours and I decide to give up the hunt and camp on the side of a hardly used dirt road, hoping no lumberjack will race past in his Landcruiser at six in the morning. It’s a great sport, and not knowing where you will camp until you actually get there and decide “This is it for tonight” keeps every day’s ending a surprise.
Wat eerst nog nieuw was begint nu routine te worden: wakker worden en de tent openritsen om te zien wat het weer doet. Aankleden, ontbijt met een kop thee en daarna een kop koffie, de tent en slaapgerei inpakken en dan alles op de motor pakken. Daarna is het tijd voor een blik op de kaart, hetzij op mijn telefoon of op de gps zodat ik een plan kan maken voor die dag. Motorpak aantrekken, helm, laarzen en handschoenen aan, rijden en genieten maar. Mensen ontmoeten, mooie plekjes ontdekken en weer op zoek naar een kampeer plek. Tentje opzetten, potje koken en daarna moe maar voldaan in slaap vallen. Het is routine, maar wel een fijne routine. Na de eerste weken op weg begin ik in het ritme te komen en Ik vind het heerlijk.
Tijdens mijn rit naar het zuiden door New South Wales bezoek ik meer watervallen, stranden en dorpjes. Ik heb er lol in om rustig langs de kust te tuffen met uitzicht op de oceaan, rij wat sneller op de bochtige bergwegen en grijns van oor tot oor als ik op gravelwegen of de wat meer technisch uitdagende paden in de bossen rij terwijl ik op zoek ben naar een plekje om te kamperen. Dat blijkt een van mijn favoriete activiteiten te zijn, het zoeken naar een mooie kampeerplek. Daar heb ik een paar voorwaarden voor: ik heb graag wat rust, dus niet naast de snelweg. Een beetje beschut is fijn, het voelt altijd goed als je een beetje tussen de bomen en struiken kunt verstoppen, maar een mooi uitzicht is ook nooit weg. En de grond moet enigszins vlak zijn. Ik zou natuurlijk google kunnen raadplegen om de dichtstbijzijnde camping te vinden, $20 betalen, een warme douche nemen en in m’n slaapzak kruipen maar daar zit geen uitdaging in. Dus rond vier of vijf uur kijk ik op de kaart op zoek naar een groene vlek die nationaal park of bos aangeeft en dan kan de lol beginnen. Rijdend op gravel wegen, op zoek naar kleinere paadjes die dieper het bos in gaan. Soms loopt de weg dood op rotsachtige bodem of wordt het pad zo steil dat de motor bijna achterover kiept door alle bepakking achterop. Soms vind ik bijna meteen een perfecte plek. Soms duurt het uren en geef ik de jacht op en besluit langs de kant van een amper gebruikte zandweg te kamperen in de hoop dat er geen bosbouwer om zes uur ’s ochtends met zijn Landcruiser voorbij gevlogen komt. Het is een geweldig leuke sport en doordat je geen idee hebt waar je die nacht zult slapen totdat je er daadwerkelijk bent en besluit “Dit wordt het voor vanavond” blijft elke avond een verrassing.

Na het vinden van een rustig kampeerplekje is het tijd om eens lekker te gaan zitten en te relaxen, of om eens diep na te denken over van alles en nog wat 🙂

De zooi die sommige mensen in het bos dumpen, niet alleen koelkasten en meubels maar ook auto’s, triest.
Another thing I enjoy is meeting people and having a chat with them. Lots of people are curious when they see the bike with all the gear and the unfamiliar license plate and ask where I’m from and where I’m going. So the beginning of the conversation is usually the same as I explain what the plan is, from there it often gets interesting. They will give me tips on what nice places there are to visit on my route, tell me about that wild night they had in Amsterdam back in ’74 or invite me to have a beer, coffee or stay for the night.
Sometimes a simple chat will lead to unexpected and memorable events, like after the night I camped at the Grey Gum Café.
Riding south through Yengo national park, north west of Sydney, I explored some dirt roads, having a great time riding between the old gum trees, enjoying the fact that the sun is shining, the roads are practicaly empty and the bike sounds like it is having a good time too. When I get to Wisemans Ferry, a small town on the banks of the Hawkesbury river I stop to make myself a coffee in a park. Since I’m close to Sydney now I decide to see if I can catch up with James, who I met at the Horizons Unlimited meeting in Jindabyne. We kept in touch while I was staying with Sam and since James is a great guy with a good sense of humor I was keen to meet up with him. So I send him a text message to see if he has time. He replies that he can’t make it that day, but if I stick around for an extra day, he will be able to meet me. We agree to meet at the Grey Gum Café, a place about 80 kilometers from Sydney. You get there by riding a twisty road that leads through national park bushland, a popular ride with the local bikers. Since you can camp for free next to the café it is where I spend the night to have a coffee and a chat with James in the morning.
As I’m packing my gear on the bike that morning, I see a guy on a classic red Kawasaki arrive. He walks over and we have a chat and within a minute and a half Tony, as his name turns out to be, tells me I’m more than welcome to use his garage should I need to do any repairs or service my bike. How cool is that? Since I had just serviced my bike at Jason’s garage I told him all was good, but then remembered I broke one of my rear indicators while trying to recover the bike from a huge bog hole I managed to sink the bike in a few days before (don’t ask). So I asked Tony if it would be ok for me to fit some new indicators to the bike at his place. He told me that was “no worries” and gave me his phone number and address. Meanwhile James arrived on his BMW GS 1200, followed by another biker called Ian, who also rode a GS 1200. This for me was a clear indication the coffee at the Grey Gum must be good, for them to venture so far away from Sydney’s Starbucks. It was great catching up wit James and having Tony and Ian there, enjoying a coffee, swapping stories about heroic actions on bikes and other entertaining banter. We had some good laughs that morning. After that we went our separate ways again, James had to go home to pick his kids up from school, Tony went home and I wanted to go back to the previous night’s campsite to look for the flashlight I seemed to have lost there.
Iets anders waar ik een hoop lol in heb is mensen ontmoeten en een praatje maken. Veel mensen zijn nieuwsgierig als ze mijn bepakte motor zien met die onbekende kentekenplaat en vragen waar ik vandaan kom en waar de reis naartoe gaat. Het begin van het gesprek is dus meestal hetzelfde omdat ik dan vertel wat het plan is, daarna wordt het vaak interessant. Ik krijg dan tips voor leuke dingen die op mijn route liggen, ze vertellen me over die ene wilde nacht op stap in Amsterdam in ’74 of ik word uitgenodigd voor koffie, een biertje of een overnachting.
Soms leidt een simpel gesprek tot onverwachte gebeurtenissen waar ik nog lang aan zal denken, zoals na de nacht die ik doorbracht bij het Grey Gum Café.
Teerwijl ik naar het zuiden reed door het Yengo nationaal park ten noord westen van Sydney waar ik wat gravel wegen aan het verkennen was en het prima naar mijn zin had terwijl ik daar tussen de oude eucalyptus bomen reed. De zon scheen, de wegen waren zo goed als leeg en ook de motor klonk alsof die het prima naar zijn zin had. Aangekomen bij Wismeans Ferry, een klein dorpje aan de oever van de Hawkesbury rivier stop ik om een kop koffie te zetten in een parkje. Omdat ik nu dicht bij Sydney ben besluit ik om te kijken of ik met James, die ik van de Horizons Unlimited meeting ken, af kan spreken. Terwijl ik bij Sam was hadden we contact gehouden en omdat James een geweldige kerel is met een goed gevoel voor humor wilde ik hem graag weer ontmoeten. Dus stuurde ik hem een sms met de vraag of hij toevallig tijd heeft. Hij antwoordde dat het die dag niet die dag niet ging lukken maar dat als ik nog een dagje in de buurt blijf we ergens af kunnen spreken. We spreken af bij het Grey Gum Café, een uitspanning zo’n 80 kilometer ten noordwesten van Sydney. Je komt er via een bochtige weg die door de bush van het nationaal park loopt, een ritje dat populair is bij de lokale motorrijders. Aangezien je bij het café gratis kunt kamperen overnacht ik daar zodat ik de volgende ochtend met James kan bijpraten onder het genot van een kop koffie.
Terwijl ik die ochtend mijn spullen op de motor aan het binden ben zie ik een man op een klassieke rode Kawasaki aan komen rijden. Hij komt naar me toe gelopen en we kletsen wat en anderhalve minuut later zegt Tony, zoals hij blijkt te heten, dat als ik reparaties of onderhoud aan mijn motor moet doen ik meer dan welkom ben dat in zijn garage te doen. Da’s nog eens aardig! Omdat ik kort daarvoor mijn motor nog een beurt gegeven had bij Jason in zijn garage dacht ik dat het niet nodig was maar toen herinnerde ik me dat ik een paar dagen daarvoor een richtingaanwijzer had afgebroken terwijl ik pogingen deed mijn zinkende motor uit een groot modder gat te redden. Dus vroeg ik Tony of ik in zijn garage een setje nieuwe richtingaanwijzers kon monteren. Dat bleek een klassiek geval van “No worries” te zijn en ik kreeg zijn telefoonnummer en adres. Ondertussen arriveerde James op zijn BMW GS 1200, gevolgd door een andere motorrijder genaamd Ian, ook op een GS 1200. Het feit dat deze mannen zo ver van de Starbucks van Sydney vandaan waren verzekerde mij dat de koffie van het Grey Gum Café erg goed moest zijn. Het was erg leuk om weer met James te kunnen kletsen met Tony en Ian erbij terwijl we genoten van een goeie kop koffie, ondertussen verhalen uitwisselend over heldhaftige acties op motoren en andere leuke klets. We hebben het nodige afgelachen die ochtend. Daarna ging ieder weer zijn eigen weg, James moest zijn kinderen van school halen, Tony ging naar huis en ik besloot terug te rijden naar waar ik de vorige nacht gekampeerd had om daar op zoek te gaan naar de zaklamp die ik daar verloren was.

Da’s James!

Ik kwam een beetje vast te zitten

Na alle baggage van de motor gehaald te hebben kostte het me 45 minuten om de motor los te krijgen, hij zat echt goed vast in de plakkerige, stinkende klei. Tijdens de reddingsoperatie mijn richtingaanwijzer afgebroken.
After retrieving my flashlight I rode to Penrith, west of Sydney where Tony lives. I bought a cheap set of indicators at a local bike shop and met up with Tony at his place. Because I wanted to change the way the indicators are mounted, we needed to make up some brackets from a piece of flat bar. This also required some drilling but one of Tony’s mates had borrowed his drill. No problem, we would go see one of Tony’s other mates, who has a drill. So we went to see Dave, who turned out to be a real friendly guy. He also managed to amaze me, when he opened his shed so we could drill holes in the brackets. It appeared Dave had his own classic car and motorcycle museum. The collection was made up of a 1947 Plymouth, a 1927 Chevrolet with wooden wheels, a fleet of classic Holdens including fast versions of the Torana and Monaro. These are the cars you want as an Australian car enthusiast and Dave had a bunch of them. And the cool thing was he had restored them all himself, they looked better than new. Respect! But Dave is also a bike guy so there were several bikes, classic road bikes, big dirt bikes and small ones for the grand kids. The grand kids must love visiting grandpa on the weekend don’t they Dave? I was struck with “Kid in candy store syndrome”, I could have spent hours in there looking at the cars and bikes and other curious items in the shed, Dave telling me what it was and how he restored it. But we had some holes to drill, it was getting late and Tony and I hadn’t eaten yet. After drilling the holes we said goodbye to Dave and went back to Tony’s where I met his wife Sharon. The three of us had dinner while they told me about their two dogs, two cats and two horses, followed by more bike talk of course. Tony turned out to have a bike collection too, including a new Honda Africa Twin, an old Suzuki DR 400 dirt bike, a fast Kawasaki with side cart and some other restauration projects. After dinner I had a shower and got shown to the king size bed that was mine for the night. As you can imagine I fell asleep feeling satisfied. It had been a long day with some good riding, meeting a whole bunch of cool people and stumbling from one surprise into the other. And I did not have a clue about any of this when I woke up that morning, that’s why I like traveling so much!
Nadat ik mijn zaklamp terug had gevonden reed ik naar Penrith, ten westen van Sydney waar Tony woont. Na aankoop van een setje goedkope richtingaanwijzers in de lokale motorzaak ben ik Tony op gaan zoeken. Omdat ik de manier waarop de richtingaanwijzers bevestigd worden wilde veranderen moesten Tony en ik beugeltjes maken van een stalen strip. We moesten daar wat gaten in boren maar een van Tony z’n maten had zijn boor geleend. Gelukkig konden we bij een andere vriend van Tony terecht om daar de gaten te boren. Dus wij op bezoek bij Dave en dat bleek een erg geschikte kerel te zijn. Hij wist me ook te verbazen, toen hij zijn schuur open maakte waar we de gaten gingen boren bleek hij zijn eigen klassieke auto- en motor museum te hebben. De collectie bestond uit een Plymouth uit 1947, een Chevrolet uit 1927 met houten wielen, en een reeks klassieke Holdens inclusief de snelle versies van de Torana en de Monaro. Dit zijn zeer gewilde auto’s bij Australische autoliefhebbers en Dave had er diverse. En het mooie was dat Dave ze allemaal zelf gerestaureerd heeft, ze zagen er beter dan nieuw uit. Respect! Maar Dave is ook een motorliefhebber dus er stonden ook verschillende motoren, klassieke weg motoren, grote crossmotoren en kleintjes voor de kleinkinderen. De kleinkinderen vinden het vast niet erg om bij opa langs te gaan in het weekend, of wel Dave? Ik had ondertussen een gevalletje “kind in snoepwinkel syndroom” opgelopen, ik had nog uren rond kunnen lopen in Dave’s schuur om alle auto’s, motoren en andere interessante voorwerpen te bekijken terwijl Dave uitlegde wat het was en hoe hij het gerestaureerd heeft. Maar het begon laat te worden, we moesten nog wat gaten boren en Tony en ik hadden nog niet gegeten. Nadat de gaten geboord waren namen we afscheid van Dave en gingen naar Tony’s huis waar ik zijn vrouw Sharon ontmoette. Tijdens het eten vertelden ze me over hun twee honden, twee katten en twee paarden, daarna kwam we natuurlijk weer op het dankbare onderwerp motoren uit. Tony bleek ook een collectie motoren te hebben, waaronder een nieuwe Honda Africa Twin, een oude Suzuki DR 400 crosser, een snelle Kawasaki met zijspan en nog wat restauratieprojecten. Na het eten genoot ik van een welverdiende warme douche en bleek er een kingsize bed te zijn waar ik in mocht slapen. Ik viel met een tevreden gevoel in slaap. Het was een lange dag geweest met een heerlijke rit, ik had een hoop leuke mensen ontmoet en viel van de ene verrassing in de andere. En van dat alles had ik totaal geen idee toen ik die ochtend wakker werd, daarom vind ik het zo ontzettend leuk om op reis te zijn!

De ’47er Plymouth, een Holden en een verrassing onder het zeil.

Nog meer mooi spul, punten voor wie me kan vertellen wat het zijn!

Dave en zijn Chevrolet uit 1927.

Torana SL/R5000, Manaro Bathurst GTS 350 en een moderne V8. Geweldig!

Twee ruige broertjes!

Tony’s Suzuki DR 400S, is hij aan het restaureren.

Crossers, wegmotoren, klassiekers, Tony heeft ze!

Gaaf kleintje.

Tony met zijn zijspan. Zijn favoriete motor voor flink doorrijden op gravel wegen!
At breakfast Tony asked me what my plans were, if I wanted I was more than welcome to stay an extra night. I gladly excepted the offer, not only because I had come to the conclusion that Tony and Sharon are really nice people and good company, but also because with Tony’s help and tools I could do some more work on the bike.
The next morning I gave the bike a wash with Tony’s pressure washer and said my goodbyes.
Onwards again!
Bij het ontbijt vroeg Tony me wat mijn plannen waren, als ik wilde mocht ik nog wel een dag blijven. Ik besloot van de uitnodiging gebruik te maken, niet alleen omdat ik tot de conclusie was gekomen dat Tony en Sharon erg leuke mensen en goed gezelschap zijn, maar ook zodat ik met Tony’s hulp en gereedschap wat meer aan de motor kon knutselen.
De volgende ochtend heb ik de motor schoongespoten met Tony’s hogedrukspuit en daarna hebben we afscheid genomen.
Voorwaarts!

Nice report again! Good to see that you are enjoying yourself.
Take care! Peter
Oh my goodness! Awesome article dude! Thanks a lot, However I am encountering troubles with your RSS. I don’t know why I cannot join it. Is there anybody else having identical RSS issues? Anyone that knows the answer are you able to kindly respond? Thanks!!
When I initially commented I clicked the “Notify me when new comments are added” checkbox and now each time a comment is added I get three emails with the same comment. Is there any way you can remove me from that service? Thanks!
hello there and thank you for your info – I’ve
definitely picked up anything new from right here.
I did however expertise several technical points
using this website, since I experienced to reload the web site many
times previous to I could get it to load correctly.
I had been wondering if your web host is OK? Not that I’m complaining, but
slow loading instances times will often affect your placement in google and could damage your high
quality score if ads and marketing with Adwords.
Anyway I’m adding this RSS to my email and could look out
for a lot more of your respective exciting content.
Make sure you update this again soon.
It’s very effortless to find out any matter on net as compared to textbooks,
as I found this paragraph at this web page.